AdoQuery Declaratie
Met AdoQuery kunnen een of meerdere query variabelen worden gedeclareerd. Een query stelt een tabel voor met 1 of meer benoemde kolommen en 0, 1 of meer rijen met gegevens. Met een gedeclareerde query variabele kan een ActiveX Data Object worden geactiveerd en een OLE DB Provider worden benaderd. De omweg via ADO objecten garandeert een zekere minimale functionaliteit zoals zoek- en sorteermogelijkheden onafhankelijk van de door de onderliggende Provider geboden functionaliteit. Dit in tegenstelling tot OleQuery waarmee OLE DB Providers (eveneens via ADO objecten) direct op de server worden benaderd.
AdoQuery ConnectionString,
QueryVar1, QueryVar2,....
ConnectionString (MergedString)
In ConnectionString worden de gegevens vermeld die noodzakelijk zijn om
verbinding te maken met een bepaalde Provider. In ConnectionString worden
keywords met hun waarde vermeld in de vorm van: Keyword1=waarde1;Keyword2=Waarde2
etc. De ConnectionString dient altijd het keyword "Provider" te
bevatten welke voor ADO nodig is om de betreffende provider te activeren. De overige keywords
en mogelijke waarden worden bepaald door de onderliggende provider en hebben een
gestandaardiseerde naam welke onder de datasource initialisatie properties in de
handleiding bij de betreffende provider (dienen te) worden beschreven.
QueryVar1, QueryVar2,....(VariableName)
Er kunnen 1 of meerdere query variabelen worden gedeclareerd. Om in de
modelaanwijzingen
een tabel te selecteren is het voldoende om de naam van de query variabele te vermelden.
Voorbeeld: Opvragen info aan Account OLE DB Provider
{
String ColumnName, ColumnValue
ADOQuery "Provider=FaOleDb.FaProv;Data
Source=c:\Astona\demo.adm", Ole;
Ole; //Activeer de query
OpenTable(INFO)
Do
i=0
while i<ColumnCount
GetColumnName(ColumnName,i)
GetColumnValue(ColumnValue,i)
}
[ColumnName]=[ColumnValue]
{
i=i+1;
wend
Od
}