Initialisatie van modellen

Voor ieder model in Order worden bij het opstarten de volgende systeemvariabelen geinitialiseerd:

OrderProvider=Naam van de Order provider.
              B.v.: Microsoft.Jet.OLEDB.4.0
SqlServer
    =1. Alleen gedefinieerd indien Microsoft SQLServer wordt toegepast.
OrderSource
  =Naam van de orderdatasource.
              B.v. c:\astona\demo.adm\order2000.mdb
Provider
     =Naam van de Account OLE DB Provider.
              Momenteel: FaOleDb.Prov
DataSource   =Naam van de datasource b.v. c:\astona\demo.adm
ModelName
 
   =Bestandsnaam van het model b.v. Factuur.Fc1.rtf
ModelPath    =Directory van het model b.v. c:\finalacc\demo
ModelType    =Type van het model b.v. Fc1
MaatKode     =Maatschappijkode van de administratie b.v. demo
LayOutDir    =De directory waarin de lay-outs zich bevinden.
              B.v. c:\finalacc
AdminsDir    =De directory waarin de administraties zich bevinden.
              B.v. c:\astona
BasisValuta  =De basisvaluta die geldt voor de betreffende administratie.
              B.v. EUR of NLG
BoekJaar     =Het boekjaar van de administratie b.v. 2024
AveUserID
    =Nummer (ID) van de Astona Visual Enterprise gebruiker
FaxServer   
=De (shared) Fax server zoals opgegeven via: Account|Opties|Voorkeur.
SMTPServer  
=De SMTP server voor eMail verzending ingesteld via: Account|Opties|Voorkeur.
SFirmanaam  
=Firmanaam zoals opgeven in Account bij 8x9
SVeldNaam    =Overige firmagegevens. Zie 8x9 voor VeldNaam.
DRVeldNaam   =Index van 0 t/m 15 in F-velden (F0 t/m F15) van header
              van offerte, order en factuur.
              VeldNaam is een veldnaam in de debiteurenrubriek.
CRVeldNaam   =Index van 0 t/m 15 in F-velden (F0 t/m F15) van header
              van offerte, bestelling en pakbon.
              VeldNaam is een veldnaam in de crediteurenrubriek.

Bovenvermelde systeemvariabelen worden automatisch gedeclareerd van het type string. Bovendien worden de volgende stringvariabelen geinitialiseerd voor modellen van het type OD, OF en FC:

FCop         =Aantal kopieen opgegeven via menu-keuze:
              Opties|Algemeen.
IsPrtDat     =1. Wordt alleen gedeclareerd in FC1 documenten die zijn
              aangeroepen via: Uitvoer|Factuur|Factuur(FC1) EN de
              factuurdatum dient te worden ingesteld op de printdatum
              zoals opgegeven via: Opties|Algemeen.
Preview      =1. Alleen gedefinieerd indien aangeroepen vanuit het invoerscherm mbv Preview.
N0          
=Stuknummer van eerste offerte, order of factuur.
N1          
=Stuknummer van tweede offerte, order of factuur.
N2           =Etc.

Gereserveerde variabelen. De volgende in modellen met String gedeclareerde variabelen hebben een speciale functie:
Opmerking: Om Custom strings te gebruiken dient tevens: Use_As_Input_Form te worden gedeclareerd!

CustomSaveAsPdfFileName =String waarin een betandsnaam kan worden samengesteld welke wordt voorgesteld indien:
                         Bewaar als PDF wordt gekozen.
CustomEmailSubject      =String waarin het onderwerp van een emailbericht kan worden samengesteld bij gebruikt van de @-knop.
                         Het samengesteld onderwerp wordt alleen toegepast bij offertes, orders en facturen indien het een document van één bepaalde debiteur betreft.

Naast deze systeemvariabelen kunnen in sommige dialogen optionele variabelen geinitialiseerd worden. Deze kunnen in de dialoog bij „Optionele initialisatie" in de volgende vorm ingevoerd worden:

Variabele1=Waarde1;Variabele2=Waarde2
Variabele3=Waarde3
Enzovoorts….